Eind september 2018 word ik gebeld door een man die vraagt of ik bij hem wil komen om te praten over zijn uitvaart. De afspraak wordt gemaakt en op de bewuste avond zit ik bij hem, zijn partner en zijn dochter.
Een medisch wonder.
Hij valt gelijk met de deur in huis en vertelt mij dat hij ziek is, nog wel in de chemo behandeling, maar dat hij een medisch wonder is. De artsen hebben hem eigenlijk maar tot augustus van 2018 gegeven en het nu toch al oktober is dus zegt hij met een lachend gezicht:” ik zit in mijn reserve tijd en geniet met volle teugen”.
Ik vraag hem waar hij van geniet en of hij wat wil vertellen over zijn leven.
Er is maar één ding wat een hele belangrijke rol speelt in zijn leven. Paarden, paarden en nog eens paarden. Het is zijn werk, zijn hobby en zijn grote liefde.
De liefde voor paarden.
Op mijn vraag om deze liefde voor de paarden terug te laten komen bij zijn afscheid kijkt hij mij bedenkelijk aan en zijn bescheidenheid zegt hem dat hij daarover wil nadenken.
Door mijn ervaring kan ik wel een beeld vormen van de uitvaart en vraag hem om met mij mee te denken door zijn werkgever te vragen of we in zijn rijhal de afscheidsdienst mogen laten plaatsvinden. Ook vraag ik hem hoe hij het zou vinden om met de koets naar het crematorium te gaan? Nee, zegt hij stellig, dat gaat me te ver!
Medewerking van werkgever.
Na hem nog een aantal tips te hebben gegeven nemen we afscheid van elkaar maar wel met de belofte dat hij in gesprek gaat met zijn werkgever, ik zal hierover worden geïnformeerd.
Niet lang na ons gesprek word ik gebeld of ik samen met hen bij zijn werkgever kan komen om het één en ander door te spreken. Alle medewerking wordt hierin toegezegd.
Er gaat ruim een jaar voorbij waarin mijn gedachten nog wel eens teruggaan naar dit bewuste gesprek. Hoe zou het met meneer zijn, zou hij toch een medisch wonder zijn en gewoon door mogen gaan met zijn leven?
Dan krijg ik in december 2019 een telefoontje van zijn vriendin, het gaat niet goed en meneer is in een hospice om daar zijn laatste levensdagen door te brengen. Bam! Deze komt binnen.
Het afscheid.
Het afscheid, volledig in zijn stijl, vindt plaats in de rijhal van zijn werkgever.
Hij wordt de hal ingereden in zijn eigen vrachtwagen waarin hij voorheen de paarden vervoerde.
Deze sprinter, keurig voorzien van een zwart rouwlint, vervoert hem ook naar het crematorium, de volgende dag.
En helemaal zonder paarden…, nee hoor. Een goede vriend, geheel in stijl, gaat met koets voor de sprinter uit. Bij het crematorium aangekomen, hoe kan het ook anders, wordt de familie opgewacht door 2 paarden, die van zijn partner en zijn dochter, lopen voor de koets en de sprinter uit om hem het laatste stukje te begeleiden.